Reisroute: Amsterdam – Dublin – Cork – Amsterdam
Baile Átha Cliath
Alsof ik een abonnement heb op de luchthaven van Schiphol sta ik nu te wachten op mijn vlucht naar Dublin. Binnen 2 tot 3 uur kom ik al aan. Per stadsbus ga ik naar de binnenstad. De drukke O’Connely St. is vol met mensen als ik aankom. Mijn host komt later aan, dus ik besluit de rest van de middag nog rond te struinen. (tja, ik ging in de middag direct door vanuit het werk naar Dublin..) Ff de spire op de foto gezet. Gebouwd voor de milleniumwisseling (ging open in 2003, hoezo logica??) domineert de skyline. Zover je van skyline kan spreken tenminste, omdat de stad niet echt hoogbouw heeft. Rond de hoofdstraat is het vooral een komen en gaan van auto’s, bussen, taxi’s, en nog meer vervuilers. Niet echt bepaald fijn dus.
Als je ergens duur wil gaan stappen, dan moet je naar Temple Bar, maar als ik hier doorheen loop ziet het er nog vrij rustig uit. Het heeft zeker wel sfeer en het ziet er ook netjes uit. Dan ga ik uiteindelijk naar mijn host die buiten het centrum woont.
Zij is een bijzonder vriendelijk mens en zeker als we het hebben over marine biologie gaat de kurk eraf. Het mooie is dat haar hart ligt in bescherming van het zeemilieu, maar dat ze niet weet hoe dat het beste kan. Al snel komen we tot de conclusie dat ze biologie had moeten doen. We hebben zoveel te bespreken dat we besluiten te voet naar de stad te gaan en een filmpje te pakken. Een van haar grote hobby’s. Aan het eind van de avond was ik behoorlijk moe, maar voldaan 🙂
Vrijdag gingen we samen op pad door Dublin. Via Audeons Church, St. Patrick’s Cathedral, Dublin Castle, Temple Bar en in O’Connely St. eindigde we bij The Spire. De glimmende naald op een plein… Het gaafste wat er is op afstand van de rest is Trinity College. Gebouwen in Victoriaanse stijl, met een mooie groene binneplaats én ook nog een stel afgestudeerde studenten in hun ouderwetse klederdracht. Je voelt alsof je weer terug bent in de tijd. Gek genoeg is er wel veel te doen, maar tegelijkertijd ook weinig. Hetzelfde geldt voor de bezienswaardigeheden. Maar Couchsurfing brengt je ook naar de geheime plekken! Zoals Phoenix Park, het grootste ingesloten stadspark van Europa! Als bonus vind je daar ook het paleis van de Ierse president.
Dankzij het vele verkeer en de drukte, besluit ik al zaterdag vroeg koers te zetten naar Cork!
Al vroeg sta ik zaterdagochtend op. Oogjes plakken nog, maar ja… de bus rijdt niet vaak en ik wil op tijd in Cork zijn. Uiteindelijk ben in een mum van tijd op het station dat niet wordt verbonden met fatsoenlijk OV. Bij het loket vraag ik naar een kaartje voor Cork: ” 67 euro please or you can buy tickets online here at the station up to 30 min. before departure” . Hemels lief! Ik snel nog een kaartje kopen op internet… voor slechts 20 euro! Dus een half uur later zit ik in de IC die mij in 3 uur comfortabel naar Cork brengt. Ik besef al kijkend dat het land groen is… ik heb zelden zoveel verschillende tinten groen gezien, het landschap met heuvels wordt er prachtig op.
Bij mij aankomst hoor ik dat mijn couchsurf host nog aan het werk is, dus ik kan de stad zelf een beetje verkennen. Eerst duurt het ff voordat ik het stadscentrum bereik, maar dan over de laatste heuvel, heb ik uitzicht op het stadje.
Als ik een brug over de rivier “The Lee” oversteek zie ik een hoop huizen op niveau +1 gebouwd. Dit ivm de vele overstromingen die de stad al meer dan 800 jaar teisteren. Dit deel heet Merchant Square, waar al het koopwaar binnen werd gevoerd. Vanaf de Christy Ring Bridge heb je het mooiste uitzicht op deze herenhuizen. Het valt op dat door veel kleurgebruik en veel minder Engels doet aandenken.
De stad dankt zijn naam aan de ligging in voormalige moerassen die in het Engels Marshes worden genoemd, maar in Gailish Corcaigh…
Het centrum is gebouwd op een eiland, die wordt doorsneden door de rivier. Het was een belangrijk plek voor de handel. Je vind er dus grote pleinen en een markt: The English Market. Een prachtig en eeuwenoud gebouw. Hier vind je alleen handgemaakte streekproducten als gevulde kip en schaap met aardappel. Jammer voor de liefhebbers, maar Fish en Chips kan je hier vergeten. Daar is het allemaal net te netjes voor 😉
als ik verder loop, kom ik aan bij Soutmall. Een boulevard met de oudste Victoriaanse gebouwen, zoals het Turks badhuis.
Ik breng hierna een bezoek aan Cork Jail. Een beruchte gevangenis, waar zelfs kinderen in opgesloten zaten. De rondleiding geeft een aardige indruk van de praktijken die zich hier hadden afgespeeld. Het bevindt zich op een van de hoogste heuvels en biedt een mooi uitzicht op de omgeving. Veel groene heuvels tegen een strakblauwe lucht.
Inmiddels krijg ik een berichtje dat Alan, mijn host mij opwacht bij het Universiteitscomplex. Hier geeft hij een rondleiding door het met groen omzoomde complex van gebouwen. Oud, mooi, historisch. Een feest om hier te studeren, zegt Alan… dat snap ik wel 🙂 We gaan naar huis en eten wat. Daarna gaat mijn Ierse avond beginnen: bier en pubs. we besluiten om een kroegentocht (pub crawl, of bar hopping) te houden met veel bier (o.a. Guiness). Een aantal vrienden is ook aanwezig, waaronder Rauiri (spreek uit als rorrie). Het wordt een gezellige avond/nacht. De volgende ochtend is Rauiri fit, aangezien hij geen druppel alcohol op had. Per auto zetten we koers naar Cobh. Een klein vissersdorpje waar de tijd lijkt stil te hebben gestaan. Wat mij pas later opvalt is de huge ass klif die erachter zit. De monsterlijke zee, de vogels de paar zoutminnende planten en de flinke rotsen zorgen voor een continu schouwspel. Ik blijf ernaar staren… helaas gaat de tijd ook continu verder. Het is tijd terug te gaan naar de luchthaven.
Daar neem ik afscheid met “tot ziens”, want volgende keer staan de Mother of cliffs, Galway en Limerick op het programma.
Adeus! (=doei)